DE KLEINE HERSENEN

 

De kleine hersenen worden in het latijn het cerebellum genoemd. Dit gedeelte bevindt zich aan de achter-onderzijde van je hoofd. Direct onder de grote hersenen en achter de hersenstam. Het cerebellum omvat ongeveer een achtste deel van de hersenmassa. Hoewel dit deel dus kleiner is dan het cerebrum bevatten ze wel 70 tot 80% meer neuronen (hersencellen).

Anatomisch gezien is de structuur van de kleine hersenen anders dan bij het cerebrum. Ze zijn namelijk zeer sterk geplooid. Het cerebellum kan ingedeeld worden in twee halve bollen (hemisferen), met daarin een centraal deel. Net als bij het cerebrum wordt de buitenkant aangeduid als de hersenschors, ook wel cortex cerebelli genoemd. Deze bestaat uit gyri en sulci.

WAT DOEN DE KLEINE HERSENEN?

Ze bevatten meer dan de helft van alle zenuwcellen in je lichaam. Toch liggen ze redelijk afgescheiden van de rest van je centrale zenuwstelsel.

 

Dit deel is onder andere betrokken bij het coördineren van bewegingen en je evenwichtsvermogen. Echter is het niet noodzakelijk voor bijvoorbeeld het samentrekken van spieren. Na een operatieve operatie aan het cerebellum kunnen je spieren nog even krachtig aangespannen worden.

 

Daarnaast zijn ze ook betrokken bij taalkundige, cognitieve en emotionele processen en het reguleren van reflexen. Ze zorgen ervoor dat we soepel kunnen denken.Daarnaast spelen ze een rol bij het uitvoeren van taken en het onthouden hiervan. Deze onbewuste bewegingen en gedachtes worden zo een automatisch proces. Het dient dus als een soort kwaliteitscontrole over het eigen denken.

Een ontsteking, beschadiging of aandoening aan de kleine hersenen?

Dat de kleine hersenen een belangrijke rol hebben in het functioneren wordt duidelijk zodra er een beschadiging is hieraan. De persoon lijkt als het ware wel dronken. De bewegingen worden minder gecoördineerd en de persoon wordt erg onhandig. Ook zou een beschadiging kunnen leiden tot psychische aandoeningen.

Bron