ZENUWCEL (NEURON)

Een neuron of zenuwcel is een lichaamscel. Deze cellen in het zenuwstelsel vormen de bouwstenen van ons brein. Logisch ook dat onze hersenen uit wel meer dan 80 miljard zenuwcellen bestaan. De verdikte lichaamscellen van deze zenuwcellen bevinden zich in de buitenste grijze laag van onze hersenen. Deze laag wordt ook wel de hersenschors genoemd. De zenuwcellen worden vervolgens in verbinding gebracht met elkaar via zijn lange uitlopers. Soms zitten er wel duizenden uitlopers aan één neuron. Samen vormen dan deze uitlopers de witte stof, wat zich aan de binnenkant van de hersenen bevindt.

DE ZENUWCEL

Een neuron bestaat uit drie onderdelen:

HET CELLICHAAM

Dit cellichaam of soma bevindt zich in een zenuwcel. Het neuron vormt hier zijn energie en zorgt er vervolgens voor dat de binnengekomen informatie verwerkt wordt.

NEURIETEN

Neurieten (de lange uitsteeksels) kunnen onderverdeeld worden in twee soorten:

  • Dendrieten: de functie hiervan is het ontvangen van informatie en deze vervolgens doorgeven aan het cellichaam. Uit een cellichaam kunnen meerdere dendrieten lopen. Onderweg vertakt deze zich vaak.
  • Axonen: deze hebben als functie het doorgeven van informatie verkregen van het cellichaam naar het volgende neuron of cel. In tegenstelling tot de dendrieten kan er van het axon maar één uit het cellichaam lopen. Deze komt uiteindelijk uit bij de zenuwuiteinden. De lengte van een axon varieert van een millimeter tot zelfs wel één meter of meer. Doordat de meeste axonen bedekt zijn met een laag myeline, kunnen elektrische signalen versnelt langs de axon geleid worden. Myeline wordt geproduceerd door de zogenaamde gliacellen.

HOE COMMUNICEREN NEURONEN MET ELKAAR?

De dendrieten ontvangen eerst de informatie. Welke vervolgens via het cellichaam naar het axon toe gaat. De contactpunten die hierbij gebruikt worden, om de ene zenuwcel met de andere cel te laten communiceren, zijn de synapsen. Bij de synapsspleet kan de overdracht van informatie plaats vinden. Hierbij spelen de neurotransmitters de hoofdrol. Deze kunnen namelijk elektrische signalen bij het volgende neuron versterken of verminderen.

Bron 1  Bron 2